Nationale Molendag bij de Groeneveldse molen
14 mei 2022. De vereniging
De Hollandsche Molen organiseerde op 14 en 15 mei de Nationale Molendag, waaraan honderden
molens in heel Nederland meededen. De ruim 300 jaar oude Groeneveldse
poldermolen in Midden-Delfland was er één van. De bezoekers van de molen
kwamen volop aan hun trekken, want er draaiden maar liefst zes molens! Nabij
de poldermolen staat ook de in 2020 naar deze plek verplaatste
specerijmolen ' t Kleyn Vermoogen. Hier worden diverse kruiden, als
peper, kaneel en kurkuma, gemalen en in potjes verkocht. Op het erf bevinden zich
verder nog enkele miniatuur molentjes; allemaal draaiden ze.
De stenen Groeneveldse molen met links het gebouwtje met vijzelgemaal. Op de voorgrond de specerijmolen. Helemaal
rechts zijn de hobbymolentje juist zichtbaar.
De specerijmolen 't Kleyn Vermoogen is in de periode 1998 tot 2004
gebouwd door Bas en Erik Batenburg, zoons van een molenmaker, en Martin
Bijl, zoon van een aannemer, in een werkplaats in Schiedam. De molen is
daarna opgebouwd bij Hoeve Ackerdijk van de familie Van den Berg aan de Rotterdamseweg. Bij open dagen
kreeg de molen daar veel belangstelling. De molen is daar door verschillende
jonge molenaars in bedrijf gehouden. Toen de laatste molenaar ging stoppen
ontstond het plan de specerijmolen naar de Groeneveldse polder te
verplaatsen. Rob van Zijll, molenaar van
de Groeneveldse molen, zette zich in om hiervoor vergunning te krijgen. En
zo werd de molen naar de Groenevelds polder verplaatst en
opgeknapt.
Het interieur van de specerijmolen met molenaar Dean.
De Groeneveldse molen kon ook binnen worden bekeken; indrukwekkend is de overbrenging van de as met de wieken naar de vertikale as die het scheprad aandrijft.
Rob van Zijll, al jarenlang de molenaar en machinist van de Groeneveldse
molen en het gemaal van de Groeneveldse polder, vertelde enthousiast over de
ruim 300 jaar oude windmolen en de polder waar hij het waterpeil verzorgt.
Op verzoek werd ook het
gemoderniseerde en geautomatiseerde gemaal bekeken, dat een klein stukje van
de windmolen af staat, in een gemetseld gebouwtje. De volledig
computergestuurde installatie is weggestopt in een paar kasten. De vijzel is
verlengd om de polder dieper te kunnen malen. Bij veel water in de polder
kan het scheprad van de Groeneveldse molen, aangedreven door een
elektromotor, automatisch worden bijgezet. Maar als Rob thuis is
laat hij het scheprad vaak op windkracht draaien.
Het gemaal en elektrisch aangegeven scheprad worden automatisch bestuurd.
De vijzel achter het gebouwtje wordt aangedreven door een elektromotor.
Rob woont met zijn gezin in het huisje naast de molen. Maar vroeger
woonde de molenaar in de molen. De sfeer van die tijd kan nog steeds
geproefd worden, want de kamers zijn nog helemaal ingericht. Aan een wand in
de woonkamer hangen de foto's van de molenaarsfamilie Boekestijn, die al
vanaf 1871 op de molen woonde en werkte. Bram was de laatste Boekestijn die
tot 1960 de molen maalde; hij bleef er tot 1979 wonen. In de periode 1985
tot 1987 is de molen volledig gerestaureerd en werd naast de molen een
aparte molenaarswoning opgebouwd.
De vroegere woonkamer in de molen op de begane grond.
Halverwege de trap naar het eerste niveau in de molen is de slaapkamer gelegen.
|
|